T&L-DEsign  Vlindertuin (lange omschrijving)

lange omschrijving (korte omschrijving)

ontwerp voor Vlindertuin in middendruppel Zeeanemoonweg te Renesse

De tuin is opgezet om het publiek beter op de hoogte te brengen van de mogelijkheden van ecologisch beheer van openbaar groen.
Gebruikt zijn specifieke nectarplanten waar vlinders door aangetrokken worden.

De vlindertuin is bedoeld als zoete inval voor vlinders maar ook andere bloembezoekende insekten.
Om in leven te blijven zuigen vlinders nectar met hun lange roltong uit bloemen.
Vlinders zijn aktief van april tot oktober.
In augustus valt de hoofdbloei van de nectarplanten in de vlindertuin.
Dit is dan ook de tijd waarin door vlinders het drukst wordt gevlogen.



Een goed beheer is nodig voor het in stand houden van de plantengroei en van de daarvan afhankelijke insekten en vlinders.
Het grazige wordt daarom niet vaker dan een of twee keer per jaar gemaaid. Hierbij is het belangrijk dat er ook een deel blijft overstaan voor overwinterende insekten.

Omgeving

De levenscyclus van een vlinder bestaat uit vier fasen:
ei, rups pop, vlinder.
Voor alle ontwikkelingsstadia moet de beplanting geschikt zijn om deze cyclus te kunnen voltooien. Meestal zullen de vlinders hiervoor echter zijn aangewezen op natuurlijke vegetaties in de omgeving van de vlindertuin.

Om vlinders te helpen kunnen we zorgen voor afwisseling: bloemrijke graslandjes en bermen, afgewisseld met bloemrijke zomen, heesters en bomen.
Moeras- en oeverbegroeiingen zijn samen met zomen, erg belangrijk voor vlinders.
Hier groeien namelijk vaak planten die in het najaar bloeien, juist als de nectarbehoefte van vlinders het grootst is.

Algemeen

Dagvlinders zijn in het oogspringende insekten door hun mooie opvallende kleuren.
Omdat zij pas kunnen voorkomen als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, kunnen zij beschouwd worden als graadmeter voor een natuurlijk beheer.

Voedsel

De voornaamste bezigheid van rupsen is eten.
Hun voedselplanten noemen we waardplanten. Juist planten als Akkerdistel of Braam en grassoorten als Kweek, zijn bij hen in trek. Een van de voornaamste waardplanten is zelfs de Grote brandnetel.
Voor sommigen een netelige kwestie, maar een levensvoorwaarde voor rupsen van Distelvlinder, Kleine vos, Dagpauwoog en Atalanta.

Voortplanting

Het aantal generaties per jaar is per soort verschillend en varieert van een tot drie.
Sommige vlindersoorten overwinteren als ei, als rups of als pop.
Soorten als de Citroenvlinder overwinteren als vlinder, bijvoorbeeld onder een hoop oud hout of in een takkenwal. Eind april kunnen zij al beginnen met het leggen van eieren. Het is een van de vroegst vligende vlinders.

Veiligheid

Bij donker en koud weer zoeken vlinders rustige plekken om te rusten.
Voor vlinders is het noodzakelijk dat zij zich kunnen opwarmen in de zon.
Inhammen in de beplanting op zonrijke plaatsen zijn voor hen van werkelijk belang.
Orientatie is een ander belangrijk punt. ook daarom is een gevarieeerde opbouw van de beplanting van zo'n groot belang.
Vlinders kunnen goed zien. Zij orienteren zich op vaste punten in de begroeiing , bijvoorbeeld bij het zoeken naar voedsel, waardplanten of een partner.

Een vlinderplek ligt beschut en zonnig, heeft een gevarieerde opbouw, en heeft waard- en nectarplanten.

Favoriete nectarplanten

  • Afrikaantje
  • Beemdkroon
  • Damastbloem
  • Echte valeriaan
  • Erysimum
  • Grote kattestaart
  • Hemelsleutel
  • Herfstaster
  • Ijzerhard
  • Koninginnekruid
  • Luzerne
  • Lavendel
  • Rode klaver
  • Vlinderstruik
  • Algemene vlinders

  • Argusvlinder
  • Atalanta
  • Bruin zandoogje
  • Dagpauwoog
  • Distelvlinder
  • Groot koolwitje
  • Hooibeestje
  • Icarusblauwtje
  • Klein geaderd witje
  • Kleine vos
  • Kleine vuurvlinder
  • Klein koolwitje
  • Oranje zandoogje
  • Zwartsprietdikkopje
  • Ontwerp en begeleiding uitvoering

    Eric odinot, landschaps-ontwerper
    English flag   Dutch flag / Nederlandse vlag